Bezig met laden ...

Profetie

Mohammed en
Goddelijke openbaring

Mohammed wist niet dat hij een profeet zou zijn:

leidde een moreel hoogstaand en alledaags leven. Hij stond bekend voor zijn trouw, integriteit en betrouwbaarheid. Hij aanbad geen afgoden op een moment dat afgoderij de norm was in een polytheïstische samenleving.

Hij bleef geloven dat het hele universum wel moest geschapen en beheerst zijn door één God. Hij placht God te aanbidden door zich in een grot terug te trekken (634 m boven de zeespiegel) in een berg op 4 kilometer ten oosten van Mekka (Makkah).

Deze grot staat bekend als de Hira-grot op de Noor-berg (i.e. “berg van het Licht”), zo genoemd omdat God zich aan hem openbaarde toen Mohammed Hem aanbad in deze grot.

Geen illusie of droom:

Voor het eerst in zijn leven leerde Mohammed een wezen zonder gelijke kennen, een wezen dat uit de hemel neerdaalde en hem benaderde. Dat was de aartsengel Gabriël die Mohammed vroeg om te “lezen”. Mohammed was bevreesd.

Aangezien Mohammed ongeletterd was, kón hij niet lezen of wist hij niet wàt te lezen. De aartsengel Gabriël herhaalde telkens het woord “lees”, en toen reciteerde hij het volgende vers van God :

“Lees, in de Naam van uw Heer de schepper. Hij schiep de mens uit een klontertje (zoals dat aan de wand van de baarmoeder hangt)… Lees ! en uw Heer is de Allervrijgevigste…die de mens met de pen heef onderwezen… Hij leerde de mens wat deze niet kende!” De Koran, 96:1-5 

Na deze korte ontmoeting verdween de aartsengel Gabriël . 

history

De verschrikte Mohammed rent weg  

Mohammed was ontzettend beangstigd. Hij liep terug naar huis. Hij beefde. Hij vertelde zijn vrouw wat er gebeurd was, en vroeg haar hem te verbergen. Khadija probeerde hem tot zichzelf te laten komen, en herinnerde hem eraan dat hij in God geloofde, en zich had teruggetrokken om Hem te aanbidden. Zij zei hem dat God hem niet in de steek zou laten of demonen zou toestaan om hem aan te raken, aangezien hij zich goed verstond met zijn verwanten, de armen hielp en liefdadig was.



Goddelijke openbaring of duivels gefluister?

Mohammed was bang dat het kwade hem bezeten had. Hij ging samen met zijn vrouw Khadija om het hele verhaal te vertellen aan Waraqa Bin Nawfal (een verwant van Khadija), een devoot christen en geleerd in de Bijbel. Waraqa voorzag dat Mohammed een profeet zou zijn. Hij verzekerde Mohammed dat wat hij had ervaren, een goddelijke openbaring was, gelijk aan deze die de profeet Mozes der joden had ontvangen. Hij zei hem daarenboven dat hij (Mohammed) weerstand zou ondervinden van vele mensen, en zelfs door zijn eigen stam zou bevochten worden.

history

Gij zijt de Boodschapper van God: 

Mohammed had enkele dagen nodig om weer rustig te worden en keerde niet naar de berg terug. Verscheidene dagen later keerde de aartsengel Gabriël terug, en zei hem dat hij een boodschapper voor God, Heer van alle wezens, zou worden. Hij reciteerde het volgende: vers van Allah (verheven zij Hij):

“O gij die uzelf bedekt (in uw kleren en uw gezochte eenzaamheid); sta op en waarschuw, verheerlijk uw Heer ; zuiver uw kleding; hou u ver van slechte daden; doe niet wel om meer te krijgen ; en wees geduldig omwille van uw God” De Koran, 74:1-7

Gabriël bleef Mohammed opzoeken gedurende een periode van 23 jaar, waarin de Heilige Koran (het Woord van God) aan Mohammed door Gabriël werd geopenbaard, om aan de mensheid door te geven.

history

Mohammed brengt de Geboden van God over aan zijn volk:

Mohammed handelde naar de openbaring die hij ontving in het jaar 610. Hij verzocht zijn volk en heel Arabië om in één God te geloven, en Zijn Geboden te gehoorzamen, zoals deze werden uitgezet voor het welzijn van de hele mensheid.

Wat omvat deze “Boodschap” ?

de Boodschap van de islam is gesteund op “Aqidah”, d.w.z. “belijdenis” (als een verklaring van vertrouwen en geloof in Eén God, schepper van alle wezens) en “Shariah”, d.w.z. “goddelijke wet”; het systeem en de verordeningen die de alledaagse menselijke handelingen, daden en gebruiken beheersen.

Shariah is in drie grote delen opgesplitst : (1) Eredienst : religieuze gewoonten en daden zoals het dagelijks gebed, vasten, smeekbeden, het geven van Zakat (aalmoes), enzovoort ; (2) Dagelijkse omgang (islamitisch burgerlijk recht), zoals rechtswetten, mensenrechten, handel enzovoort (3) Ethiek : goed gedrag, omgangsvormen en waarden als eerlijkheid, oprechtheid, trouw, liefde, samenwerking enzovoort

(Nota bene : Na de goddelijke openbaring legde Mohammed zich toe op het onderwijzen van het monotheïsme (Aqidah) gedurende dertien jaar. Na de verhuis naar Medina kwam de nadruk op verklaring en toepassing van de Shariah)
history

Een praktische inleiding tot het onderricht van Mohammed in Abessinië :

Ja’far bin Abi-Talib was een van de tachtig moslims die bescherming zochten in het land Abessinië (huidig Ethiopië in Afrika). Ja’far zei tegen de Abessijnse koning (ten behoeve van de moslims die daar een toevlucht zochten):

“O koning, eens waren wij een volk dat leefde in onwetendheid (gebrek aan kennis en bewustzijn), afgodsbeelden aanbad, kadavers at, afschuwelijke daden beging, onze familie en verwanten verwaarloosde, onze naastenmensen slecht behandelde en toestond dat de sterken onder ons de zwakken verdrukten. Zo leefden wij tot God ons een boodschapper vanuit ons eigen midden zond, een man wiens afstamming, eerlijkheid, integriteit en kuisheid ons welbekend waren. Hij riep ons op om alleen God te aanbidden en de stenen en afgodsbeelden weg te nemen, die wij hadden vereerd zoals onze voorvaderen hadden gedaan. Hij onderrichtte ons waarheidsgetrouw te zijn in wat we zeggen, ons aan onze beloften te houden en onze verplichtingen aan onze bloedverwanten te respecteren, en hij verbood ons schanddaden te begaan. Aldus vertrouwden en geloofden wij hem, en wij volgden de boodschap die hij van God had gekregen. Ons volk verstootte ons echter, martelde ons en deed al het mogelijke om ons van ons geloof af te krijgen. Toen zij niet ophielden ons te verdrukken, kwamen wij naar uw land, en kozen u boven alle anderen om bescherming en een onpartijdige behandeling te vinden.”

history

Een christelijke vorst erkent de godsdienst van Mohammed:

Na Ja’fars redevoering vroeg de Abessijnse koning (die een gelovig en godvrezend man was) hem om enkel stukken voor te dragen uit het “Boek” dat aan Mohammed was geopenbaard. Ja’far droeg een stuk voor uit het hoofdstuk “Maria”, tot de koning weende en zijn baard nat was van tranen.De koning zei toen:

“De boodschap die Mohammed heeft gebracht, en degene die door Jezus werd komen beide uit eenzelfde bron.”

history